MOLEN VAN ZIJL / DE HEUL, BUNNIK
Op een gevelsteen staat het volgende rijmpje:
‘Ruth die ging het kooren leezen
Ik maal het fijn al zonder vreezen
Dit is des molenaars genoegen
Daarom wilt het mij toevoegen’
Geschiedenis
Deze molen was de opvolger van een standermolen
Op 23 mei 1800 werd door Gijsbertus van Vliegen, oud 64 jaar, voor de nieuwe molen de eerste steen gelegd.
Tot begin 1900 waren de molenaars op deze molen Hervormd. Mijn grootvader, Gerrit van den Hoven, was de eerste Katholieke molenaar.
De laatste molenaar op deze molen was Piet A. van Zijl, die tevens wethouder was.
De invoering van nieuwe krachtbronnen, die de molenaar onafhankelijk maakte van de wind, kostte deze molen letterlijk de kop. In 1930 werd de molen onttakeld.
De weg is genoemd naar de molen van Bunnik, waarvan de peperbus nog aanwezig is. De oude naam luidde Weg van Arrisbrink, al vermeld rond 1534, ontleend aan de Arrisbrink, een onbebouwd stuk grond van de Bunnikse gemeenschap tussen de huidige Molenweg, Dorpsstraat en de Smalleweg.
In de negentiende eeuw maakte de Molenweg deel uit van de provinciale (zand- of grind)weg, totdat in 1937 de doorbraak plaatsvond tussen beide uiteinden van de Molenweg. De naam werd na de afschaffing van de wijkindeling in de gemeente Bunnik in 1925 aangebracht op een straatnaambord en daarmee officieel.
In het kadaster (1811-1832) staat de molen niet als molen, maar als huis vermeld. Was de molen toen onttakeld / buiten bedrijf?
Naam en beroep van de eigenaar zijn in dat OAT doorgestreept. Bijgeschreven staat: ‘Reyertje huisvr. G. van Eden’.
Bronnen: Wikipedia en www.molendatabase.org
